In de zaal vlaggetjes met daarop een getal, een
pop die uitgezakt in de hoek op
het fel beschenen podium staat, sokken aan een
waslijn die gespannen over de bar
lege glazen illustreert, wij als leeftijdslozen in
een feest dat nog beginnen moet.
Wat achter ons ligt, ligt tevens voor ons. De
enorme leegte, zegt een dichter, bedoeld
als uitdaging en geruststelling. De eersten die
de laatsten zullen zijn. De kok
grijnst als ik mijn vinger op de mond leg om
zijn volkslied te snoeren. Rode
ballonnen lijken te knappen. Felicitaties als
stopplaatsen van een bus die
door nieuwe steden rijdt. Een chauffeur bars
en donker, de dichter dartel en licht.
(c) Alja Spaan, 24 april
bijdragen 23 april:
Pasfoto
wist dat het mijn vader was
z’n beige jas en tas
heel gek, iemand liep daar
heel kwiek en levendig
als een jonge geest
in een oude jas
onder het hoofd
dat van mijn vader was
(c) Riet van Schie