Maarten ’t Hart, De Aansprekers (De Arbeiderspers, 1979)
Het hoofdpersonage Maarten krijgt van de huisarts te horen dat zijn vader kanker heeft en nog een half jaar te leven heeft. Hij durft zijn nog altijd levenslustige vader niet op de hoogte te stellen van diens naderende dood.
De roman heeft autobiografische elementen en is in de ik-vorm geschreven met eerlijke karaktertekeningen van vader en zoon.
De begraafplaats waar zijn vader werkt en bezig is de doden te ruimen vormt de centrale plaats in het boek. Steeds weer komt Maarten er terug om zijn vader aan te spreken over diens dood. In het verleden was een ‘aanspreker’ een man die bij de huizen langsging om te vertellen wie er was overleden. Aangezien Pau zelf niet weet dat hij gaat sterven en vol leven lijkt te zijn, is de opdracht van Maarten vrijwel onmogelijk. Zelfs tussen de graven en de doden kan hij niet de juiste woorden vinden. Pau sterft dan ook zonder te weten dat zijn eigen dood al was aangekondigd.
Motto:
Soms kun je eenzaam wandelen op straat
en naar de lucht zien en de stille daken,
en lijkt het of je de wolken aan kunt raken
en even is het of je echt bestaat
en of er nooit een ogenblik zal komen
waarop je stiller zijn zult dan in slaap.
Maar vogels strijken op de daken neer
En om de hoek verschijnt een oude man.
Maarten ’t Hart (Maassluis, 25 november 1944) is een Nederlandse gedragsbioloog en schrijver. Hij werd geboren als oudste zoon van een gereformeerde grafmaker. Hij is een zeer hartstochtelijk liefhebber en kenner van klassieke muziek. Dat is voor hem de enige muzieksoort. Hij heeft een enorme productiviteit van meer dan dertig boeken, allemaal verschenen bij de Arbeiderspers. Hij is in vele talen vertaald en enorm populair in Duitsland.