Judith Herzberg, Post
uit Beemdgras, Van Oorschot, 1968
Twee kaarten in de bus,
één voor de buren;
een helderblauwe lucht
om een Griekse ruïne.
‘Hebben het heerlijk,
genieten van al het moois,
tot spoedig ziens, je A.’
En een voor ons.
Een boulevard, een pier,
vuurwerk boven bric á brac
en op de achterkant:
‘Ik tracht te wennen,
ben nog niet helemaal hier.’