Paul Celan, Psalm
uit het Duits vertaald door Ton Naaijkens
Niemand herkneedt ons uit aarde en leem,
niemand geeft een stem aan ons stof.
Niemand.
Geloofd zijt gij, Niemand.
Om uwentwille zullen
wij bloeien.
U
toeneigen.
Een niets
waren we, zijn we, zullen
we blijven, bloeiend:
de niets-, de
niemandsroos.
Met
de stijl zielshelder,
de meeldraad hemelwoest,
de kroon rood
van het purperwoord dat we zongen
over, o over en boven
de doorn.