Gloed, Sándor Márai
Uit het Hongaars vertaald door Mari Alföldyl, 35e druk Amsterdam, Wereldbibliotheek 2010
Oorspronkelijk Budapest, 1941
Als twee jeugdvrienden elkaar na veertig jaar weer ontmoeten, blijkt dat zich destijds een tragedie tussen hen heeft afgespeeld met betrekking tot de vrouw van een van hen.
‘We leven niet lang meer, want je bent teruggekomen. Dat weet jij ook heel goed. Je hebt tijd genoeg gehad om erover na te denken. Eenenveertig jaar is een lange tijd. Je hebt er goed over nagedacht, nietwaar? Maar je bent toch teruggekomen, want je kon niet anders. En ik heb op je gewacht, want ik kon niet anders. En we wisten allebei dat we elkaar nog een keer zouden ontmoeten, en dat het dan afgelopen was.’
‘Een onvergetelijk boek.’ De Volkskrant
‘Een onvergetelijke literaire creatie.’ Standaard der Letteren