Jonathan Griffioen, in Wijk ––, uit: bundel Wijk
het portiek was een droom, Mike. we stonden er niet.
ik hoor metaal in mijn rechter-, de hoeven in mijn linkeroor.
ik zie de laatste tijd een stip, Mike, klein en zwart
en midden in mijn blikveld. ik heb hem overal,
op alle muren van het huis gezet.
het heeft geen zin om de stippen te verbinden.