Martin Wijtgaard, DSM-5 #300.3
Een dwangneuroot is te benijden:
hij is iemand die voor alles
wat hij doet een reden vindt.
Zoals een rups zijn draden spint,
zoals een spin zijn webben weeft
maakt hij zijn eigen labyrint,
ontzaglijk als een kathedraal
en efficiƫnt als een fabriek
waar elk deel van het mechaniek
zijn functie of bedoeling heeft.
Verwar dit niet met bijgeloof:
besef dat de zinloosheid van
zijn hele doen en laten in
jouw hoofd zit, niet in dat van hem.
Wanneer hij niet dag in dag uit
volgens een panisch ritueel
binnen onwankelbare lijnen
de kosmos en het gasfornuis
zijn wil oplegt, stort werkelijk
een hele wereld in – de zijne.
Laat hem tienmaal zijn handen wassen
en de deuren controleren,
paaltjes tikken, stappen tellen
om het toeval te bezweren,
richels tussen tegels mijden,
schietgebedjes reciteren
en zo vaak hij wil herhalen,
laat hem elastiekjes sparen,
tot op de cent gepast betalen,
alle bonnetjes bewaren,
laat hem opnieuw zijn nagels vijlen,
headlines checken, deadlines halen,
oneven treden overslaan,
neem het hem niet kwalijk dat
hij soms een halve middag doet
over cryptische handelingen
met een lichtknop of een kraan,
wind je niet op, leef met hem mee
en gun hem als hij vliegen moet
zijn stoel 27C.
Koester en steun je dwangneuroot,
maak in godsnaam niet de fout
om het systeem te ondergraven
waaraan hij jaren heeft gebouwd.
Blijf kalm en word vooral niet boos
als hij zijn wereld redt terwijl
er haast bij is en tijd tekort.
Bedenk: dat doet ‘ie allemaal
voor jou, geheel belangeloos,
om te voorkomen dat het moeilijk wordt.