Wim Gijsen, Wij slapen samen, vouwen in de stilte
uit Maatstaf. Jaargang 11, 1963-1964
wij slapen samen, vouwen in de stilte
ons op, mens aan mens, oog in oog,
het hoge woord der liefde op de lippen
mond op povere mond.
dit is dus alles wat een mens kan zijn;
het hart geleegd, geloogd
brandschoon en waakzaam
in hoofd en handen deze zindelijke stilte
van nog niet gevonden een mens
van nog niet een mens verstaan.
dit zal het dan wel zijn
niet als goden geleefd of gestorven
niet gewonnen of verloren,
slechts elkander een tijdlang bedekt
als het ene tekort het ander,
een malversatie die nog wordt bewezen.